Al meer dan twee jaar ben ik verslaafd aan haken, en ik denk dat het tijd is om deze liefde te delen. Ooit heeft mijn moeder me leren haken, en nu geef ik het door aan jou: met deze tutorial leer je de basis van haken!
In deze blog zal ik je leren hoe je begint: de wol op de naald krijgen, een lossenketting maken en vasten. Het kan een uitdaging of zelfs onmogelijk lijken in het begin, maar geef niet op! Als je blijft oefenen, zal je het uiteindelijk onder de knie krijgen. En als je vragen hebt, kan je me altijd een bericht sturen op Instagram of een comment achterlaten.
Wat heb je nodig voor deze tutorial? Ten eerste, een haaknaald natuurlijk. Ik heb een haaknaald van 4.00 mm gebruikt. De keuze haaknaald hangt af van het garen dat je gebruikt, maar voor een eerste keer is een dikke naald en chunky wol aan te raden. Ook is het verstandig nog even weg te blijven van donkere kleuren, omdat de steken moeilijker te zien zijn.
Stap 1: wol op je haaknaald krijgen
Er zijn twee manieren om je haaknaald vast te houden. De eerste is de “mes” methode: zoals je een mes zou vasthouden. De tweede manier, die ik zelf fijner vind, is de “pen” methode. In deze tutorial zal ik de “pen” methode gebruiken, maar je kan op YouTube de andere manier van je haaknaald vasthouden tegenkomen. Probeer ze allebei uit om te bepalen welke het meest bij jou past.
Door naar het vasthouden van de wol. Toen ik leerde haken heb ik vaak op YouTube gekeken. De manier waarop het hoort, lukte me niet goed. Dus ik heb een eigen manier gevonden waarmee ik wel genoeg spanning op de draad kan houden, maar niet de draad om mijn pink hoef te wikkelen zoals in de video’s. Voor mij is dit een natuurlijke manier om de draad met genoeg spanning vast te houden. Ga op zoek naar je eigen methodes, zolang je genoeg controle over de wol hebt.
Pak het uiteinde van de wol en leg het in je hand zoals hiernaast is afgebeeld.
Wikkel de wol twee keer om je wijsvinger. Met je andere vingers kan je de wol vasthouden. Kijk naar de afbeelding om te controleren of je het goed hebt gedaan!
Neem de linkerlus en verplaats hem over de rechterlus. De lussen kruisen elkaar nu een beetje.
Neem opnieuw de rechterlus op en verplaats hem over de andere lus en het topje van je vinger heen. Laat de lus los en trek aan beide draden tot er een klein knoopje is (zie de afbeeldingen hieronder).
Dat is alles! Nu doe je de haaknaald op de plek van je vinger en trek je het knoopje naar de naald toe.
Stap 2: lossen (l.)
Om aan een project te beginnen, moet je eerst de breedte van de eerste rij maken. Je maakt een lossenketting doe je door middel van lossen. Het lijkt wel haken in de lucht!
Ik hou vaak het knoopje vast als ik begin. Hiermee voorkom ik dat de draad strakker om de naald komt te zitten, en het moeilijker wordt om de naald door de lus heen te trekken.
Draai je wol om de naald heen, van achter naar voren. Op deze manier moet je altijd de wol om de naald wikkelen! Vergelijk de afbeelding met je eigen werk, om zeker te weten dat je het goed hebt. Trek dit vervolgens door de eerste lus heen.
Wanneer je dit hebt gedaan, zie je een “V” verschijnen. Herhaal de stappen van hierboven om een lossenketting te maken.
Hier kan je de V’s waar ik het over had goed zien. Elke losse is een “V”. Als een patroon begint met een lossenketting van 25 l., moet je dus 25 lossen haken. Je krijgt dan een ketting zoals deze:
Het is belangrijk om te onthouden dat je altijd een extra losse moet maken om het gewenste aantal vasten te kunnen maken. Als je maar 25 lossen maakt, eindig je met 24 vasten vanwege het keren. De extra losse heet dan ook een keerlosse en moet na elke toer gedaan worden. Sommige patronen noemen het in elke toer, sommige patronen noemen het alleen in de beschrijving, en sommige patronen noemen het helemaal niet. Als een patroon begint met 26 lossen en daarna 25 vasten, is de keerlosse al opgenomen in de lossenketting.
Als je je ketting af hebt, kan je verder met de volgende stap: vasten.
Stap 3: vasten (v.)
Nu is het tijd om je eerste toer te haken! De basissteek in haken heet een vaste. Deze steek wordt niet alleen gebruikt voor sjaals, truien, en andere dingen die je maakt met heen- en teruggaande rijen, maar ook bij amigurumi en andere projecten die rond worden gehaakt. Deze schapenrammelaar bijvoorbeeld gebruikt ook vasten!
Weet je nog, de keerlosse? Steek je haaknaald in de tweede losse vanaf je naald, waarmee je de eerste (keer)losse overslaat.
Hier is mijn naald in de tweede losse gestoken. Vervolgens sla je de wol om je naald en haal je de lus op. Nu zijn er twee lussen op je haaknaald. De afbeeldingen hieronder laten dit zien.
Sla weer de draad om je naald, en haal deze lus door beide lussen op je naald:
En dan heb je weer één lus op je naald!
Hieronder kan je de stappen van vasten zien met plaatjes:
En dat is alles voor vasten! Herhaal dit voor elke steek. Vergeet niet aan het eind van de toer een keerlosse te haken.
Wanneer je de tweede toer begint, steek je je naald onder de V’s die aan de bovenkant van je werk zijn verschenen. Je hebt de V op je naald als je hebt ingestoken in de volgende steek.
Herhaal dit voor elke toer. Wanneer je klaar bent om je werk af te hechten, haak je een losse en knip je de wol af. Let erop dat je genoeg wol overlaat om het einde in te stoppen! Trek de draad door de losse omhoog en je werk is afgehecht.
Laat het me weten als je vragen of feedback hebt! Veel succes met je eerste haakwerkje en blijf vooral oefenen. Uiteindelijk zal je de smaak te pakken hebben en verliefd worden op haken zoals ik!
Als je op de hoogte gehouden wil worden over deze tutorials en andere posts, meld je dan aan voor mijn nieuwsbrief. De volgende keer leer ik je halve stokjes, stokjes en dubbele stokjes haken!
[…] de vorige tutorial heb je geleerd hoe je moet beginnen, een lossenketting maken, halve vasten en vasten. Vandaag gaan […]
[…] je hebt geleerd om te haken met mijn vorige tutorials (deel 1 en deel 2)! En nu ben je een sjaal aan het haken om jezelf warm te houden, maar – oh nee! Het […]